Haije Kramer wiens naam met ingang van de editie van 2018 aan de titelstrijd verbonden is, wist de Friese titel het vaakst te bemachtigen.
Naast Kramer zijn er nog zeventien meervoudige winnaars en samen nemen ze meer dan tachtig van de 105 titels (aantal incl. FK 2019) voor hun rekening.
Op basis van de situatie in augustus 2020 zie ik onder de eenmalige winnaars een tweetal dat later de IM-titel bemachtigde, te weten Eelke Wiersma en Nick Maatman, en eveneens een tweetal dat later niet alleen de IM-titel maar daarna ook de GM-titel bemachtigde, te weten Sipke Ernst en Karel van der Weide. Ernst werd Fries kampioen voordat hij IM werd, Van der Weide won als IM de Friese titel.
Met vermelding van jaartal van de eerste titel en het jaartal van de (voorlopig) laatste zijn dat, in rangorde:
| Haije Kramer | (1935-1955) | 19 titels |
| Migchiel de Jong | (2000-2019) | 11 titels |
| Yge Visser | (1983-1999) | 8 titels |
| Karst M. Bergsma | (1926-1932) | 6 titels |
| Jurjen D. Tolsma | (1918-1923) | 5 titels |
| Fedde van Wijngaarden | (1970-1975) | 5 titels |
| Karel Eringa | (1976-1982) | 4 titels |
| Babak Tondivar | (2001-2005) | 4 titels |
| Eelze Ploegh | (1933-1961) | 3 titels |
| Auke van der Bijl | (1958-1962) | 3 titels |
| Siep H. Postma | (1965-1967) | 3 titels |
| Simon Jans Rienks | (1913 en 1914) | 2 titels |
| W. Ennema | (1915 en 1916) | 2 titels |
| Jan Frederik Heemskerk | (1923 en 1924) | 2 titels |
| Kor Mulder van Leens Dijkstra | (1951 en 1956) | 2 titels |
| Theun van den Tol | (1950 en 1963) | 2 titels |
| Wim Ooiman | (1968 en 1969) | 2 titels |
| Rienk Sijbesma | (1987 en 1989) | 2 titels |
Daar waar de exacte eindstand van de FK-eindronde bekend is, en voor alle FK’s vanaf 1965 is dat het geval, en de score van de winnaar minder dan een punt onder de maximale score gebleven is, heb ik die er tussen haakjes bijgezet.
Een 100%-score is een stuk of wat keren voorgekomen, toen het Migchiel de Jong in 2016 lukte waren er in ieder geval zes eerdere gevallen (1915, 1930, 1932, 1941, 1950 en 1965) geweest, maar in de laatste 50 FK’s was het niet meer gebeurd!
Dat het bij de overbrugging naar de volgende nietsontziende puntenmachine op een FK niet weer om een halve eeuw zal gaan, maar dat het slechts één jaartje geworden is, weten we sinds het FK 2017, want bij die gelegenheid zette De Jong opnieuw een maximale score neer.
In 1928 ging het toernooi over 13 ronden wat eenmalige deelnemer Hirsch David Bornstein de gelegenheid gaf om voor zijn verliespartij in de laatste ronde een mooie serie van 12 winstpartijen neer te zetten. Series van anderen die ooit 100% scoorden zijn, samen met winstpartijen in de deelname daarvoor of in die daarna nog langer, de langste serie winstpartijen van Yge Visser bestaat uit de laatste drie partijen in 1985 en de eerste acht in 1986, een serie van 11 winstpartijen dus.
Ik heb niet alles in beeld, maar de kans dat Migchiel de Jong met zijn serie van 15 winstpartijen, neergezet op de FK’s in 2016, 2017 en 2018, het record in handen heeft lijkt me groot.
De Friese schaakkampioenen:
2019: Migchiel de Jong
2018: Migchiel de Jong
2017: Migchiel de Jong (7 uit 7!)
2016: Migchiel de Jong (7 uit 7!)
2015: Migchiel de Jong
2014: Migchiel de Jong
2013: Nick Maatman
2012: Migchiel de Jong
2011: Migchiel de Jong
2010: Migchiel de Jong
2009: Migchiel de Jong (6,5 uit 7)
2008: Amir Nicolai
2007: Johnny Fluit
2006: Jippe Kamstra
2005: Babak Tondivar (6,5 uit 7)
2004: Babak Tondivar
2003: Babak Tondivar
2002: Karel van der Weide (6,5 uit 7)
2001: Babak Tondivar
2000: Migchiel de Jong
1999: Yge Visser (6.5 ui 7, de 100% sneuvelt in laatste ronde)
1998: Sipke Ernst
1997: Yge Visser
1996: Sybolt de Boer
1995: Yge Visser
1994: Eelke Wiersma
1993: Bas van der Lijn (6.5 uit 7)
1992: Yge Visser
1991: Yge Visser
1990: Cor Kamstra
1989: Rienk Sijbesma
1988: Jan Wiersma
1987: Rienk Sijbesma
1986: Yge Visser (8,5 uit 9, de 100% sneuvelt in laatste ronde)
1985: Yge Visser (8,5 uit 9)
1984: Addy Lont
1983: Yge Visser (8,5 uit 9)
1982: Karel Eringa (8,5 uit 9)
1981: Karel Eringa
1980: Jan Boersma
1979: Harm Holscher
1978: Egbert Wind
1977: Karel Eringa
1976: Karel Eringa
1975: Fedde van Wijngaarden
1974: Fedde van Wijngaarden
1973: Arjen de Groot
1972: Fedde van Wijngaarden (6,5 uit 7)
1971: Fedde van Wijngaarden
1970: Fedde van Wijngaarden
1969: Wim Ooiman (4,5 uit 5)
1968: Wim Ooiman
1967: Siep H. Postma
1966: Siep H. Postma
1965: Siep H. Postma (7 uit 7!)
1964: Henk de Vries (eerste niet-Philidoriaan sinds lang)
1963: Theun van den Tol (8,5 uit 9, Kramer doet op aandringen nog één keer mee en wordt 2e)
1962: Auke van der Bijl
1961: Eelze Ploegh
1960: Auke van der Bijl
1959: Eelze Ploegh (de tweede titel voor Ploegh, 26 jaar na de eerste)
1958: Auke van der Bijl
1957: Dirk Boven
1956: Kor Mulder van Leens Dijkstra (3,5 uit 4. Kramer trekt zich op verzoek terug)
1955: Haije Kramer (6,5 uit 7)
1954: Haije Kramer
1953: Haije Kramer (5,5 uit 6)
1952: Haije Kramer (6,5 uit 7)
1951: Kor Mulder van Leens Dijkstra (Kramer doet niet mee)
1950: Theun van den Tol (7 uit 7! Kramer wordt 2e)
1949: Haije Kramer
1948: Haije Kramer
1947: Haije Kramer
1946: Haije Kramer
1945: Haije Kramer
1944: Haije Kramer (5,5 uit 6)
1943: Haije Kramer
1942: Haije Kramer (5,5 uit 6)
1941: Haije Kramer (7 uit 7!)
1940: Haije Kramer
1939: Haije Kramer (6,5 uit 7)
1938: Haije Kramer
1937: Haije Kramer
1936: Haije Kramer
1935: Haije Kramer
1934: –
1933: Eelze Ploegh
1932: Karst M. Bergsma (5 uit 5!)
1931: Karst M. Bergsma
1930: Karst M. Bergsma (4 uit 4)
1929: Karst M. Bergsma
1928: Hirsch David Bornstein (12 uit 13 na verlies laatste partij)
1927: Karst M. Bergsma
1926: Karst M. Bergsma
1925: Jan Frederik Heemskerk
1924: Jan Frederik Heemskerk
1923: Jurjen Dirk Tolsma
1922: Jurjen Dirk Tolsma
1921: Jurjen Dirk Tolsma
1920: Jurjen Dirk Tolsma
1919: (?)
1918: Jurjen Dirk Tolsma
1917: L. Reiding
1916: W. Ennema
1915: W. Ennema (3 uit 3)
1914: Simon Jans Rienks
1913: Simon Jans Rienks (3,5 uit 4)
Aan deze lijst kunnen geen rechten worden ontleend.